Nijmegenaren schrijven brieven aan plaatsgenoten in 2069
Toekomstdromen, toen en nu
De slachtoffers van het bombardement van 1944 droomden over de toekomst. De een wilde wielrenner worden, een ander rechter of smid, net als zijn vader. Ze droomden over carnaval, een huwelijk, zeilen in de natuur. Met het drama vervlogen die dromen voorgoed.
Dat bracht Rob Jaspers, die zich voor de expositie ‘Twee minuten – 22-2-1944’ bezighield met de dromen van de slachtoffers toen op de vraag: ‘Waar dromen mensen nu van? Hoe zien ze de toekomst? Wat zijn hun wensen voor een volgende generatie?’
Hij vroeg tientallen Nijmegenaren, jong en oud, bekend en onbekend, hun toekomstdromen op papier te zetten. Niet om die nu te publiceren, maar om in een tijdcapsule te stoppen, die pas over 45 jaar geopend wordt. Maar hij mocht er wel een eerste blik op werpen.
De jeugd hoopt dat de wereld schoner wordt, dat er een einde komt aan de lucht-, bodem- en watervervuiling. Een wereld ook, waarin ze kunnen leven in vrede en vrijheid. Daarnaast zijn er hun persoonlijke wensen, zoals een doorbraak als voetballer, of een loopbaan als dierenarts.
Ouderen noteren hun herinneringen aan de (na)oorlogse jaren en hopen dat Nijmegen zich nog sterker zal manifesteren als de stad van compassie. Dat er een tijd komt zonder cynisme en Nijmegen een stad blijft waar verschillen worden gevierd. En dat er ook over 45 jaar nog te genieten valt van die prachtstad aan de Waal.
Inmiddels heeft Jaspers zo’n 150 toekomstbrieven binnen. Aanleveren kan nog tot 22 februari. Op 29 februari worden ze opgeborgen in een verzegelde tijdcapsule. Die is gemaakt door leerlingen van het ROC Technovium en wordt ingemetseld in de kelder van de nieuwbouw aan de Bloemerstraat, Doddendaal. Hier werden bij het bombardement van 22 februari 1944 woonhuizen en winkels weggevaagd, waarbij vele doden vielen.
De nieuwbouw op de hoek van de Bloemerstraat en Doddendaal. In de kelder wordt de tijdcapsule ingemetseld. [Foto: Eveline van Elk]
Pas in februari 2069, bij de 125ste herdenking van dat bombardement, gaat de capsule weer open en weten we waar de Nijmegenaren anno 2024 van droomden.
Bekende Nijmegenaren
Diverse bekende (oud-)Nijmegenaren hebben hun toekomstdromen op papier gezet om in de tijdcapsule bewaard te worden tot februari 2069. Onder hen schrijvers, dichters, politici, mensen die in het maatschappelijk leven een vooraanstaande rol spelen: Thomas Verbogt, Annemarie Haverkamp, Steffie van den Oord, Sinan Can, Qader Shafiq, Willem Claassen, Marcel Rözer, Dirk Lotgerink, Leo van Stijn, Toine Heijmans, Djeekop de Dichter, Victor Vroomkoning, Mariët Mensink, Mac van Dinther, Storay Ahmadi, Boudewijn Corstiaensen, Hendrik-Jan Derksen, Teddy Vrijmoet, Wouter van Eck, Tessa de Loo, Lisa Westerveld, Marijke Synhaeve, Paul Depla, burgemeester Hubert Bruls en oud-burgemeester Ed d’Hondt.
Dansen 1991
Bij uitzondering wordt één brief hieronder openbaar gemaakt. Het gaat om de toekomstdroom van schrijver en dichter Willem Claassen (41 jaar). Dit is zijn verhaal aan de Nijmegenaren van 2069.
Nijmegen, 18 december 2023
Dansen
Zo’n twintig jaar voordat ik aan het schrijven van dit stuk begon, daalde ik op deze plek (Bloemerstraat - Doddendaal) weleens af naar een kelder. Daar bevond zich de Inferno, een van de laatste discotheken in de Nijmeegse binnenstad. De muziek stond me niet echt aan, de mensen wel. Ik heb me prima vermaakt. Pas nu bedenk ik hoe wrang de naam van de discotheek was. Die verwees ongetwijfeld naar de hel, passend bij een kelder, en naar het nummer van The Trammps. Of het ook naar het bombardement van 1944 verwees, vraag ik me ten zeerste af.
Op momenten dat ik in de Inferno wat onhandige danspasjes maakte en bier dronk, heb ik nooit gedacht aan de oorlog. Ook niet aan de speculaas, het beschuit en het bruin volkoren (half en heel) die tot vlak voor het bombardement boven de kelder werden uitgekozen en verkocht, bij bakkerij Maassen. Misschien maar goed ook. Het mooie aan vrijheid is dat je er niet over na hoeft te denken, want precies dat is vrijheid. Al is het voor het behoud ervan verstandig om het zo nu en dan wel te doen.
Het idee is dat ik mijn dromen en wensen voor de toekomst verwoord in dit stuk, maar eigenlijk ben ik vooral nieuwsgierig. Welke lading heeft het woord ‘vrede’ op het moment dat dit gelezen wordt? En het woord ‘klimaat’? Welke rol hebben dieren in de samenleving? Aan dat laatste moet ik denken omdat ik zojuist een kat de Bloemerstraat zag oversteken. Een prachtexemplaar met bruine, zwarte en witte vlekken. Gelukkig kwam er geen verkeer aan en haalde ze heelhuids de overkant. Hoe zit het met het verkeer? Rijden er nog auto’s en stadsbussen door de Bloemerstraat?
De kat zal zeker niet meer leven als dit gelezen wordt en ikzelf – 41 lentes tijdens het schrijven – hoogstwaarschijnlijk ook niet meer. Maar dromen gaan langer mee dan mensen en dieren. Ze hangen boven de stad en ze zijn niet van plan om ooit weg te gaan. Deze plek heeft een enorme klap gekregen en in brand gestaan. Later werd er gedanst. Zo zal het altijd gaan, denk ik, hoop ik. Welke ramp er ook over deze plek en deze stad raast, er zal weer gedanst worden. Al wens ik natuurlijk een toekomst zonder rampen, alleen maar dansen, heel veel dansen. Ook als de muziek je niet helemaal aan staat.
Een groet uit het verleden!
Willem Claassen
foto: Gaby Jongenelen