‘Ik wist niet dat hier kinderen zijn doodgegaan’
Leerlingen van het SSgN luisteren aandachtig naar het verhaal van Rob Jaspers.
Leerlingen SSgN stil bij het horen van verhalen over de oorlog
Kun je je voorstellen dat je naar school gaat en nooit meer thuiskomt? Dat jouw klaslokaal wordt geraakt door een bom? Of dat jij het overleeft, maar je broertje niet? De leerlingen van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen (SSgN) zijn er stil van.
Veel leerlingen uit de derde klas wonen al hun hele leven in (de buurt van) Nijmegen. Maar als je hen vraagt hoe Nijmegen is getroffen tijdens de Tweede Wereldoorlog, moeten ze het antwoord schuldig blijven. Werd er gevochten, vielen er bommen, en hoeveel slachtoffers waren er? Ze weten het eigenlijk niet.
Rob Jaspers is oud-journalist van De Gelderlander en weet veel van de Nijmeegse geschiedenis. Hij bezoekt verschillende scholen om de verhalen over het bombardement te vertellen aan de leerlingen. “Omdat ik wil laten zien wat voor waanzin oorlog is.”
Als je 15 of 16 jaar bent, voelt de oorlog ver weg. Toch zijn de jongeren geraakt door de verhalen die Jaspers vertelt. Hoe in twee minuten de Nijmeegse binnenstad werd verwoest en hierbij bijna 800 doden en duizenden gewonden vielen. Dat komt wel even binnen. Hoewel de meeste jongeren best vaak in het centrum komen om te winkelen of wat te eten, is hen niet echt opgevallen dat flinke delen van de stad opnieuw zijn gebouwd. “Plein ’44 was vroeger geen plein, maar op die plek liepen drie straatjes waar de inwoners graag gingen winkelen”, vertelt Jaspers. “Na het bombardement waren die allemaal verwoest.”
Het filmpje met oude straatbeelden en het station zoals dat er voor de oorlog uitzag, maakt indruk. “Nijmegen was zo elegant en chique”, zeggen Elise en Aenea. Ruby is vaker langs het monument van De Schommel gelopen in de Marikenstraat. “Maar ik kom meestal gewoon om te winkelen en heb er mezelf nooit in verdiept, dus ik wist gewoon niet dat hier een school stond waar kinderen zijn doodgegaan.”
Opa en oma waren erbij
Voor Gina ligt dat anders. Haar hele familie komt uit Nijmegen en ze heeft vaker gehoord hoe Nijmegen in de oorlog werd getroffen. “Ik geloof dat een broertje en zusje van mijn opa op die school zaten, maar dat ze die dag thuisbleven omdat ze ziek waren. Dat heeft hij weleens verteld. Niet dat mijn opa en oma er heel veel over verteld hebben, want het was niet iets waar ze graag aan terugdachten. Wel heb ik ook allerlei musea over de oorlog bezocht, zoals het Vrijheidsmuseum in Groesbeek. Daardoor weet ik best goed wat er in Nijmegen is gebeurd.”
De hele klas luistert een uur lang naar de verhalen van Jaspers. Naar het grote verhaal over de enorme verwoestingen, maar ook naar de kleine anekdotes. Zoals over Cor den Hartog, die vertegenwoordiger was in een koekjesfabriek en die dag toevallig voor werk in Nijmegen moest zijn. Hij was een uitstekende voetballer bij Sparta en droomde van een sprong in zijn voetbalcarrière. Maar met de bommen werden ook zijn dromen verwoest. Hij kwam om op 22 februari 1944.
De leerlingen van de SSgN werken na de les over het bombardement verder aan een project rondom oorlog. Ze maken een denkbeeldige reis, waarbij ze hun klasgenoten meenemen in een presentatie waarin geschiedenis, poëzie en literatuur samenkomen. Ook kunnen ze hun bijdrage leveren aan de tijdcapsule, waarin iedereen wordt uitgenodigd om zijn of haar dromen voor de toekomst op te schrijven. Deze tijdcapsule wordt over 45 jaar pas weer geopend.