‘Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren’

an image of a podium

Foto: Stefan Skotnicki (Eveline van Elk).

Stefan Skotnicki (90) wil jongeren blijven vertellen over de Holocaust

De verschrikkingen van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog mogen nooit van ons netvlies verdwijnen, vindt Stefan Skotnicki (90). Hij vluchtte als kleuter voor de nazi’s en wil jongeren blijven vertellen hoe vreselijk de Holocaust was. Zeker gezien de ontwikkelingen in de wereld. Jarenlang vertelde hij zijn verhaal op scholen, sinds maart ook in het boek ‘Mijn twee moeders’.

‘Zodra we morgenochtend de deur uitlopen, mag ik niemand meer aankijken. ‘Met niemand praten, niet spelen met andere kinderen,’ zegt mijn vader. ‘Alleen met Zosia,’ zegt mijn moeder. Ze vertelt dat niet alleen ik gevaar loop, maar Zosia evengoed.’

Het is een aangrijpend citaat uit het boek ‘Mijn twee moeders’ van
Stefan Skotnicki uit Nijmegen. Zijn boek verscheen in maart en vertelt over zijn leven als kind in Polen. Nadat duidelijk is dat de Duitsers het op de Joden hebben gemunt, sturen zijn ouders hem weg met hun kindermeisje en goede (katholieke) vriendin Zosia. Zij neemt de 5-jarige Stefan onder haar hoede als haar zoon. Ze proberen nergens op te vallen, onzichtbaar te zijn. Stefan mag met niemand praten. Hun vlucht is levensgevaarlijk en ze zijn voortdurend onderweg. Hoe het met zijn ouders gaat, weet hij heel lang niet.

‘Ik ben een eenling, opgegroeid tussen volwassenen en zonder vriendjes. Ik mocht jarenlang geen contact hebben met leeftijdsgenootjes.’

Nu hij ouder is, komen de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog meer en meer naar boven, vertelt Skotnicki in zijn woonkamer in de Nijmeegse wijk Hazenkamp. Hij verontschuldigt zich dat hij soms niet helemaal goed uit zijn woorden komt in het Nederlands.

Het zijn de leeftijd en de emoties die naar boven komen als hij over de Holocaust praat. Maar hij wil er over blijven vertellen, zo lang hij kan. Dat vindt hij belangrijk.

Stefan Skotnicki, foto’s uit zijn jeugdjaren (Eveline van Elk).

Skotnicki woont sinds 1969 in Nijmegen, nadat hij met zijn vrouw en twee kinderen uit Polen vluchtte voor het communistisch regime. Hij werkte tientallen jaren bij het Radboudumc als hoogleraar en hart- en vaatchirurg. Daarnaast is hij actief binnen het 4 en 5 mei comité in Nijmegen. Hij bezocht veel scholen in de regio om de leerlingen over zijn herinneringen te vertellen, inmiddels staat zijn gezondheid dat niet meer toe.

Het verhaal van Skotnicki is heftig voor de scholieren om te horen. “Het was elke keer weer spannend, omdat je niet weet hoe de leerlingen zullen reageren. En het is boeiend om te horen wat hen bijblijft van mijn verhaal. Vaak valt hen op dat ik zo eenzaam was, dat ik geen vrienden kon maken. Je hebt vrienden nodig en mensen waar je op kunt vertrouwen, geven de leerlingen terug.”

Steeds minder mensen hebben nog persoonlijke herinneringen aan wat zich tussen 1940 en1945 heeft afgespeeld. Skotnicki wil dat de verhalen worden doorgegeven aan toekomstige generaties. Daarom liet hij zijn eigen levensverhaal optekenen in een boek. “Ik heb het overleefd, mijn ouders gelukkig ook. Mijn verhaal is verder niet zo bijzonder. De gruwelen van de Holocaust, de ontmenselijking van mensen, zijn dat wel. Het allerbelangrijkste is dat wij niet onverschillig worden. Ik noem dat het elfde gebod.”

Toch is Skotnicki erniet gerust op. “Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren”, verwijst hij naar de woorden van de Italiaanse schrijver Primo Levi, die Auschwitz overleefde.

Als Skotnicki tegenwoordig het nieuws volgt, maakt hij zich zorgen. “Vrijheid van meningsuiting betekent niet dat alles mag en kan. Hoe verhoudt de vrijheid van meningsuiting zich tot antisemitisme? Je kunt niet alles zeggen. Het indoctrineren van mensen is zó gebeurd. Voor je het weet heb je het tegenovergestelde van vrijheid. Ik vind dat enorm zorgwekkend.”

De moeder van Skotnicki, Hania, vond haar zoon Stefan en Zosia tijdens de oorlog terug. Zij wist te ontsnappen uit een rijdende trein die op transport was naar een vernietigingskamp. Moeder Hania regelde valse identiteitspapieren met de naam Skotnicki. Na de oorlog besloten ze deze naam aan te houden. Zijn vader overleefde de vernietigingskampen Auschwitz en Mauthausen. Zosia is altijd als een tweede moeder gebleven voor Skotnicki. Ze bleef bij het gezin wonen en ontfermde zich voor de rest van haar leven over hem. Toen hij met zijn gezin Polen ontvluchtte, bleven zijn twee moeders achter in zijn thuisland. Hun foto’s staan nog altijd op het tafeltje naast hem, hij spreekt met warme woorden over hen en heeft in zijn hart een ruime plek voor beiden. Het boek ‘Mijn twee moeders’ heeft hij opgedragen aan zijn vier kleinkinderen. Zij zijn degenen die de verhalen van opa Skotnicki levend kunnen houden.


Nijmegen in vrijheid

U kunt contact met ons opnemen via het Infocentrum WO2 Nijmegen,
Ridderstraat 27
6511 TM Nijmegen
024-2200102
welkom@infocentrumwo2.nl

Over ons

Volg ons